Lieve Aarde
Soms ben ik bang dat ik te diep in je glas kijk
Soms ben ik bang dat ik te ondiep kijk
Soms zit ik met gesloten ogen op je oppervlak
wil ik je met zoete tong bezingen
zachte briesjes in je oren fluisteren
regendruppels in je nek sprenkelen
Soms wil ik zonnestralen voor je vangen
met gewarmde handen je longen verlichten
schaduw kweken tegen je dorst
Soms wil ik de plek zijn waar jij thuis kunt komen
maar ik ben ik en jij bent jij – jij
Knikker zwevend in zeeën van universele vloed
Geen broedplaats voor eindeloze groei, maar een
rond thuisfront met blauwgroene schil
Een dunne dikke huid met sterke levenswil
Lieve Aarde
Soms ben ik bang dat ik te diep in je glas kijk
Soms ben ik bang dat ik te ondiep kijk
Soms zit ik met gesloten ogen op je oppervlak
kruizig ik mijn benen in kleermakerszit
nagel mijn vingertoppen in je bodem
bid ik voor je diepste gronden
Soms trekken vrachtschepen strepen door je bloedsomloop
en zetten vliegtuigen schreven tot geen lucht nog leesbaar is
Soms spoelt je bodem uit omgeploegde akkers als een omgekeerde aderlating
en kleurt droogte je sloten bruin omdat geen regen je nog doorgronden kan
Lieve Aarde
Ik leer de woestijn die onder je weidedekens op de loer ligt steeds beter kennen
Ze rolt je vruchtbaarheid tot sigaret en blaast je uit in stofwolken
Soms draag ik je op mijn schouders als Atlas
Soms ben je zwaar als een stapel stoeptegels
Soms zet ik een stap terug
denk ik aan alles wat ik moet ontleren
Soms stap ik voorbij generaties voorvaderen
pel ik de mens die ze me leerden los
leg hem naast me neer, laat hem
achter
Soms zet ik een stap de Aarde in
schiet ik wortels uit mijn tenen
reik ik naar je diepste gronden
Soms keer ik van buiten naar binnen en van binnen naar buiten
tot binnenstebuiten en buitenstebinnen is
Soms ben ik bodem met een buik vol microben
Soms een schimmeldraad die bos tot stamboom maakt
Soms ben ik plankton die met het water beweegt
Soms een korstmos die muren afbreekt
Soms een zalm die stroomopwaarts zwemt
Soms een das die gebaande paden verkent
Soms een mol die blindelings bergen verzet
Soms ben ik een een larve die naar zijn verjaardag verlangt
Soms een libelle die op droge vleugels wacht
Soms een dwergmuis die aan een spinnendraad hangt
Soms een wolf die territorium terug pakt
Soms, lieve Aarde, en steeds vaker
ben ik niet ik, maar ben jij mij
Liefs,
Helen
P.S. We onthouden we geen dagen, we onthouden momenten