Image author: Maarten Graat

Wat als er geen Europees natuurbeschermingsrecht bestond?

Geen Vogel- en Habitatrichtlijnen dus, met hun vérgaande verplichtingen om gebieden en soorten te beschermen, die rechtstreeks kunnen worden ingeroepen bij de nationale rechter. En geen Europees Hof van Justitie, dat deze verplichtingen handhaaft en uitlegt in het licht van hun doel, en dus voorrang geeft aan natuurbehoud boven economische deelbelangen. In een wereld met overheden die stellen niets méér aan natuurbescherming en natuurherstel te willen doen dan het absolute minimum dat door het Europese recht wordt vereist – en het liefst (veel) minder.

Dan zou de natuur in de lidstaten er waarschijnlijk (nog) beroerder voorstaan.

Stel je, bijvoorbeeld, eens voor dat de wolf geen internationale en Europese beschermde status had, en dat de vraag of hij welkom is in landen als Frankrijk, Duitsland, België en Nederland puur een kwestie was van een vrij debat op nationaal niveau. Hoeveel zouden er dan in deze landen rondlopen?

Maar als de Europese natuurbeschermingsregels inderdaad van die stevige verplichtingen bevat, waarom staat de natuur er dan niet béter voor?

Over deze en andere kwesties maakte Anthonie Stip met mij een aflevering van de podcast ‘Toekomst voor Natuur’, in het licht van de aankomende verkiezingen van het Europese Parlement. Eén conclusie: bij deze verkiezingen staat er voor natuur in Europa zeer veel op het spel.

Een andere conclusie: als overheden het bestaande natuurbeschermingsrecht – dus het geheel van internationale verdragen, de Europese regelgeving, en de nationale wet – vanaf nu consequent zouden uitvoeren, naleven, handhaven, en zo vaak als nodig toelichten en verdedigen, dan zouden we grotendeels uit de brand zijn.

Om er één aspect uit te lichten: in discussies over de Vogel- en Habitatrichtlijn – en de Kaderrichtlijn Water, de Nitraatrichtlijn, en de voorgestelde Natuurherstelverordening – gaat het vaak over de regels zelf, maar het is cruciaal om daarbij ook steeds terug te gaan naar de basis, en de vraag waarom die regels er ook alweer (zouden moeten) zijn.

Dat het gaat om het overleven van onze menselijke samenleving op de lange termijn, en van respect voor de waarde van de ontelbare niet-menselijke medeschepselen waarmee we de aarde (zouden moeten) delen. Het is een belangrijke taak van de overheid om dit telkens opnieuw uit te leggen, in plaats van het absoluut dodelijke antwoord te geven dat we natuur beschermen omdat het “van Brussel moet”.

De podcast is hier te beluisteren:

Dezelfde thematiek, met name de vraag waarom het natuurbeschermingsrecht er ook al weer is, kwam ook aan de orde in de inaugurele rede die ik in januari 2024 hield als hoogleraar natuurbeschermingsrecht aan Tilburg University, getiteld “Restoring what is broken: wildlife law in an era of ecological emergency, eye-opening science, and maturing morality”.

Die is hier te lezen:
https://www.researchgate.net/publication/377768694_Restoring_what_is_broken_wildlife_law_in_an_era_of_ecological_emergency_eye-opening_science_and_maturing_morality

En hier terug te kijken:

This story was also published on: https://podcasters.spotify.com/pod/show/toekomst-voor-natuur/episodes/60–Waarom-Europa-belangrijk-is-voor-natuur–met-Arie-Trouwborst-e2jpfuc

Deel het bericht:

gerelateerde berichten

Weemoed en hoop

Een tijdje geleden werd ik door een student geïnterviewd over natuurbeleving en hoe belangrijk biodiversiteit voor mij persoonlijk is. Tijdens

Lees verder